Zwangerschap: vierde tot de achtste week

Nieuw leven begint met het versmelten van de celkern van de zaadcel en de van de eicel met elkaar. De eicel is bevrucht, we spreken van zygote. Het nieuwe leven is begonnen. Maar wat gebeurt er nu na de samensmelting van de twee kernen. In week 4 tot en met 8 wordt het begin van het hart gevormd. Ook wordt de neurale buis gevormd, de basis voor de hersenen en het ruggenmerg. Vanaf de 20ste dag van de zwangerschap krijgt het embryo een gesegmenteerd uiterlijk.

Het embryo
Het embryo, hangend aan de hechtsteel, voert een draaiing van 180 graden uit in de vierde week van de ontwikkeling. Er vinden, op hetzelfde moment, grote ontwikkelingen plaats in de kiemschijven. Door deze ontwikkelingen gaat het eerste vlakke embryo een C-vorm vertonen. Ook ontstaan er zijdelingse krommingen. Je kunt de vorm van het embryo op dat moment wel een beetje vergelijken met een champignon; de hoed een beetje langwerpig, de dooierzak als steel.

Het hart van het embryo
Als de draaiing bijna is afgelopen, wordt de dooierzak in het embryo opgenomen en vormt het daarmee de oorsprong van de darmen. De navelstreng heeft zich inmiddels ook ontwikkeld uit de hechtsteel. Er ligt al een navelstrengader (v. umbilicalis) en een navelstrengslagader (arteriae umbilicales) in, die net zijn ontstaan. Ze staan in verbinding met de eerste embryonale bloedvaten. Een van die bloedvaten vertoont al vroeg een ritmische contractie: het hart van het embryo. Bij een zwangerschap van vier weken kun je dit op een echogram al duidelijk zien; een bewegend teken van leven!

Vruchtwater
Het amnion is het vlies dat de amnionholte omgeeft en chorion is het vlies wat rond de chorionholte zit. Tijdens de draaiing van het embryo neemt de uitdijende amnionholte de chorionholte meer en meer in. Als dit proces afgelopen is, liggen de twee vruchtvliezen (de amnion en de chorion) tegen elkaar aan en ze vergroeien met elkaar. Het embryo zweeft in het vruchtwater. Vruchtwater beschermt de embryo tegen schokken, druk van buitenaf en uitdroging en het embryo kan zich er gemakkelijk in bewegen. Het vruchtwater wordt geproduceerd door de binnenzijde van het amnion. Het vruchtwater is om de drie uur geheel ververst door uitwisseling met het moederlijke bloed.

Neurale buis van het embryo
Aan het begin van de vierde week ontstaat op de rug van het embryo een sleuf in de lengterichting doordat het ectoderm aan weerszijden erg deelt. Er ontstaan zo twee plooien die naar elkaar toe groeien. Als deze twee plooien met elkaar vergroeid zijn, ontstaat een buis; de neurale buis. De neurale buis is dan aan beide zijden nog open. Terwijl in de neurale buis het ruggenmerg tot ontwikkeling komt, sluiten deze openingen zich. We zien dan ook een sterke opzwelling van het hoofdgedeelte, dit zijn de hersenen die worden aangelegd.

Gesegmenteerde bouw van het embryo
Vanaf de 20e dag zien we dat er segmenten ontstaan in het midden van het embryo, aan de zijkanten. In een periode van 18 dagen, ontstaan er 3 segmenten per dag. De gesegmenteerde bouw van de mens is vooral herkenbaar in de opeenvolgende wervels, de ruggenmergsegmenten en de zenuwvoorziening van de huid. Aan elk segment is een sclerotoom, een dermatoom en een myotoom te onderscheiden. De wervelkolomsegmenten ontstaan uit de sclerotomen. De huidsegmenten ontstaan uit de dermatomen. Ook de spieren zijn in aanleg segmentaal geordend. We spreken van myotomen.

Menselijk
Er is nog steeds niet echt iets menselijks aan het embryo te herkennen aan het einde van de vierde week. Wel heeft het een beetje iets weg van een garnaal. De oogaanleg is aanwezig in het afgetekende hoofdgedeelte. Ook zien we al drie van de zes zogenoemde kieuwbogen. Dit zijn uitsteeksels in het halsgebied waaruit onder andere de onderkaak en het strottenhoofd zullen ontstaan. Het eigenaardige uiterlijk van het embryo aan het begin van de vijfde week wordt bepaald door de kieuwbogen, de primitieve mond vlak boven het hart en het ‘staartje’. Vanaf nu gaat het embryo steeds meer en sneller op een klein mensje lijken, het ontwikkelt zich tot foetus. In verhouding groeit het hoofd het meeste. De ogen worden verder gevormd, deze zitten nog wel een beetje aan de zijkant van het hoofd. Ook de neus en de mond worden verder gevormd. Ook de oren verschijnen boven de zich afgetekende hals. Het embryonale staartje verdwijnt. De vingers verschijnen eerder dan de tenen. Dit komt omdat de armen steeds iets voor liggen in hun ontwikkeling op de benen.

Bronnen:

William J. Larsen, Human Embryology, Churchill Livingstone (2001), Philadelphia