Vitamine C, Ascorbinezuur

Vitamine C, oftewel Ascorbinezuur is een wateroplosbaar vitamine. Vitamine C reageert makkelijk met zonlicht waardoor het zijn werking verliest. Vitamine C is belangrijk in de opbouw van weefsels en in de opname van ijzer uit de voeding. Vitamine C komt veel voor in citrusfruit, kiwi’s en broccoli.

In welke producten zit Ascorbinezuur (Vitamine C)

Vitamine C komt veel voor in citrusfruit zoals sinaasappels, citroen en grapefruits. Ook kiwi’s en aardbeien bevatten veel Vitamine C. Nieuwe aardappelen kunnen veel Vitamine C bevatten. Broccoli is een groentesoort die veel Vitamine C bevat.

Opname, uitscheiding en functie van Ascorbinezuur (Vitamine C)?

Ascorbinezuur is een wateroplosbaar vitamine. De bijnieren lijken beperkt vitamine C op te kunnen slaan. Vitamine C speelt een belangrijke rol in de vorm van collageen een belangrijk bestanddeel van bindweefsel. Bindweefsel komt in alle weefsels voor. Bijvoorbeeld in bloedvaten en de huid. Verder is Vitamine C een sterke anti-oxidant en reageert dus snel met schadelijke stoffen (radicalen) van buitenaf. Ook speelt Vitamine C een belangrijke rol in de opname van ijzer en dus in de preventie van bloedarmoede en lijkt het te beschermen tegen infecties.

Wat is de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) van Ascorbinezuur (Vitamine C)?

De ADH voor Vitamine C is 70mg. Mensen die roken, wordt geadviseerd om 35mg meer Vitamine C te gebruiken. Sigarettenrook reageert met Vitamine C waardoor het onwerkzaam wordt.

Wat zijn gevolgen van een te hoge of te lage Ascorbinezuur (Vitamine C) inname?

Bij tekorten aan Vitamine C ontstaat scheurbuik. Dit is te zien aan puntbloedingen aan bijvoorbeeld tandvlees, de huid en kunnen tanden los gaan zitten. Ook kan door een te lage Vitamine C inname bloedarmoede ontstaan, omdat ijzer niet goed wordt opgenomen. Verder genezen wonden minder snel en goed, ontstaat er gewrichtspijn en kan op den duur osteoporose ontstaan. Symptomen van overdosering zijn misselijkheid, uitslag en jeuk, mogelijk nierproblemen, buikpijn, hoofdpijn, diarree, vermoeidheid en slapeloosheid.

Bronnen:

JF de Wijn, Hekkens, WTJM,. (1994) Fysiologie van de voeding, Bohn Stafleu en Van Loghum, Houten/Zaventum

Ellie Whitney, Rolfes, SR,. (2008) Understanding Nutrition, Wadsworth